Wipstoeltjes en kinderstoelen….

Tijdens de training ‘Babyclub® Excellente beroepskracht’ hebben we het uitgebreid over de ‘do’s en don’ts’ ten aanzien van het stimuleren van de ontwikkeling van baby’s.

Het zitten in een kinderstoel of wipstoel is er daar een van: gebruik je die stoeltjes wel of niet?

Baby’s tot een maand of 6 à 7 kunnen nog niet zelfstandig zitten. En onder ‘zelfstandig zitten’ verstaan we dan dat ze ZELF vanuit  rugligging via buikligging of kruiphouding tot zitten komen.  Niet te verwarren met dat een baby kan zitten als jij ‘m in die houding op de grond zet; dat noemen we NIET ‘zelfstandig zitten’. 0 2

Fysiek

Er kunnen namelijk nogal wat nadelen kleven aan ‘te vroeg’ zitten. Heel simpel gezegd komt het er op neer dat het lijf van de baby nog niet sterk genoeg is om te zitten. De baby zal zijn best doen om te blijven zitten en zal daarmee uit alle macht proberen zichzelf een houding aan te meten. Wat er dan feitelijk gebeurt, is dat het kind zichzelf een houding eigen maakt die gebaseerd is op ‘spierzwakte’, niet op de spieren die hij al goed getraind heeft. Dit kan tot gevolg hebben dat het kind later moeite gaat hebben om een goede houding te ontwikkelen, met alle gevolgen van dien.

Vaak blijkt bovendien dat baby’s die te vroeg zijn ‘neergezet’ niet zo makkelijk meer de natuurlijke bewegingsontwikkeling doorlopen (kruipen, gaan staan, lopen). En inmiddels is genoeglijk bekend dat dit grote gevolgen kan hebben voor de verbindingen tussen linker- en rechterhersenhelft en invloed heeft op meerdere ontwikkelingsgebieden Klik HIERvoor meer informatie.

Buikligging

IMG 1956 2

Niet vaak genoeg kan gezegd worden dat ‘buikligging’ echt van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling van een baby. Bied baby’s dan ook geregeld ‘tummy time’ aan. En hoewel het best lastig kan zijn in het begin (rol een handdoek op en ondersteun hier tijdelijk onder de borst mee) is het van belang dat kinderen op deze manier de mogelijkheid krijgen om hun nek- en rugspieren goed te trainen. Die hebben ze nodig om later goed te gaan kruipen. Zorg dat er wat aantrekkelijk materiaal ligt om naar te kijken; een mooi glanzend metalen bakje of een glimmende stof bijvoorbeeld.

Zicht

Ander belangrijk punt is dat de baby die al vroeg in een zithouding wordt neergezet de wereld ziet vanuit een perspectief dat interessanter lijkt dan het perspectief van ‘plat op de grond’. Kinderen die te veel, te lang zitten wennen aan het nieuwe (interessanter) perspectief en willen op enig moment niet meer anders. Een baby dan in buikligging op de grond leggen, leidt onherroepelijk tot groot protest.

Eten

‘Maar hoe moet dat dan met eten?’, is de veel voorkomende vraag. Flesvoeding is simpel want dan ligt het kind in je armen, maar met het fruithapje en het groentehapje? Ook dan is het zaak de baby niet rechtop te laten zitten als hij dat niet ‘zelfstandig’ kan. Dus bij voorkeur op je schoot, met de rug naar je toe en niet helemaal rechtop zetten. Hiermee heeft de baby voldoende steun en kan goed zien waar het eten vandaan komt :). Als de baby klaar is, kan hij lekker op de grond verder gaan spelen. Je zult zien dat kinderen als snel wennen aan dit ritme en als er voldoende uitdaging is voor kinderen om op de grond te ontdekken kunnen zij zichzelf ook prima vermaken. Voor kinderen die thuis gewend zijn om in een wipstoel of kinderstoel te zitten, is het belangrijk dat je in gesprek gaat met ouders.  Leg uit wat het belang is voor het kind en dat dat de reden is waarom jullie niet met wipstoeltjes en kinderstoelen werken. Voor kinderen met reflux is het fijn dat deze even wat langer bij jou op schoot mogen zitten voordat je ze weer in horizontale houding op de grond legt.

‘En hoe moet dit dan qua tijd?, vraag je je af. Want een kind op schoot voeden kost wellicht wat meer tijd. Die meertijd levert wel een enorme meerwaarde; goed voor de binding tussen jou en het kind, quality time één op één. Stap dus af van je gewoonte om alle baby’s op dezelfde tijd eten te willen geven, want die gewoonte houdt jou in de ‘wurggreep’. Ga over op het ‘plannen van voedingsmomenten in afstemming van de behoeften van het kind’.

  • Maak een plan om hier goed mee om te gaan, leg het uit aan ouders.
  • Zorg dat kinderen die nog even moeten wachten voldoende beweegruimte en voldoende uitdagend materiaal hebben om zich mee bezig te houden. Je speel- en spelmateriaal moet dus van goede kwaliteit zijn. Gebruik bij voorkeur veel ‘open’ spelmateriaal; je zult zien dat baby’s daar eindeloos mee kunnen spelen.
  • Je zult gaandeweg merken dat de baby’s die jij expliciet één op één aandacht geeft vervolgens voldaan en tevreden aan hun spel beginnen en het veel langer kunnen volhouden. Dit geeft ruimte om de andere kinderen ook die tijd en aandacht te geven.

0Uiteindelijk ervaar je dat je meer rust en tevreden baby’s op je groep zult hebben en dat jij er voor kunt zorgen dat je alle baby’s op hun tijd kunt ‘bedienen’ met individuele aandacht en  voeden op schoot.  Hiermee heb je voorzien in baby’s basisbehoeften; veiligheid en geborgenheid, en werk je ook nog eens aan een gezonde fysieke ontwikkeling. Ik zeg: een win-win situatie :).

Wil jij ook je Baby Beroepskrachten een IKK-proof babytraining bieden die naast veel kennis en vaardigheden ook vooral heel praktisch toepasbaar is op de werkvloer? Kijk dan even naar onze training Babyclub® Excellente Beroepskracht, een training met twee leerlijnen; leren van en met elkaar en een individuele leerlijn in de vorm van Video Interactie Begeleiding door een A.I.T. gecertificeerde VIB’er.

2 antwoorden
  1. Kim
    Kim zegt:

    Dat je een kind dat nog niet zelfstandig kan zitten, niet in een kinderstoel zet vind ik erg logisch. Maar wat is het verschil tussen in een wipstoel voeden en op schoot? Ik vind dat het op schoot zitten meer in de buurt komt van een kinderstoel dan een wipper. (Uiteraard snap ik de emotionele voordelen)

    Beantwoorden
    • Gebruiker avatar
      Marije Magito zegt:

      Hoi Kim, dank je wel voor je reactie. Het verschil tussen in een wipstoel voeden en op schoot is inderdaad enerzijds het voordeel in emotioneel (hechting) opzicht. Daarnaast voel je beter aan hoe het kind ‘zit’ en kun je daar beter beter op ‘corrigeren’. Als laatste zal je een kind, na de voeding, eerder weer de ruimte geven van het liggen op de grond dan wanneer het kind in een wipstoeltje ‘hangt’. Het doel zou moeten zijn om zo kort mogelijk in een positie te verblijven die het kind zelf nog niet aan kan. Het is aan jou, als beroepskracht, om hiernaar te handelen zonder te kort te doen aan de emotionele veiligheid van het kind.

      Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.